Volgens onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland slecht. Momenteel voldoet slechts 1 procent van het oppervlaktewater aan de Europese normering. Belangrijk onderdeel van het probleem is de hoeveelheden fosfaat en stikstof in het water. Wat is de bijdrage van de industrie?
Het gaat niet goed met de Nederlandse waterkwaliteit. Van de 745 wateren die een 'goede ecologische toestand' moeten hebben volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) voldoet slechts een marginaal deel. De KRW is een Europese regelgeving waarin de waterkwaliteit staat beschreven voor verschillende typen oppervlaktewater. Het doel van de KRW is dat in 2027 al deze aangewezen wateren in Europa schoon en gezond zijn. De doelen gaan over alle aspecten van waterkwaliteit: chemie (vervuilende stoffen in het water), ecologie (goede omstandigheden voor een divers planten- en dierenleven) en voor grondwater ook de hoeveelheid en geschiktheid voor drinkwaterwinning. Dat is niet vrijblijvend: bij het niet halen van deze doelen kan de Europese Commissie forse boetes en dwangsommen opleggen.
"De kans dat in 2027 alle wateren wél voldoen, is erg klein", zegt Frank van Gaalen, onderzoeker water en ruimte bij het PBL in het NRC. "Nederland riskeert een nieuw soort stikstof crisis." Het bereiken van een goede ecologische toestand wordt in grote mate bepaald door de hoeveelheid nutriënten (stikstof en fosfaat) in het water. Het aantal waterlichamen dat voldoet aan de norm voor stikstof en fosfaat is nagenoeg gelijk: rond de 55 procent. Mede hierdoor staat Nederland op de laatste plek in een Europese ranglijst van waterkwaliteit.
Eutrofiëring
Wanneer er te veel fosfaat en stikstof in het water zitten, is er sprake van een eutrofiëring van het water. Eutrofiëring is de overmaat van de voedingsstoffen in het water, waarbij meestal de soorten rijkheid of biodiversiteit sterk afneemt. Dit kan tevens voor stankoverlast zorgen door dode planten en/of dieren en overlast veroorzaken door blauwalg vorming. Deze blauwalgen kunnen giften zijn voor mensen en leiden tot ziekteverschijnselen bij bijvoorbeeld zwemmers. Daarnaast moeten drinkwaterbedrijven meer moeite steken om het zoet water te zuiveren. Algen kunnen bovendien de geur en smaak van het drinkwater beïnvloeden.
Hoe groot is de bijdrage van de industrie? In de periode 1990-2018 is de totale stikstofbelasting ruimschoots gehalveerd, van 148 miljoen kilogram stikstof (N) tot 67 miljoen kilogram. Grote boosdoener van het stikstof in het oppervlaktewater zijn uit- en afspoelingen vanaf landbouw- en natuurgronden (50 procent). Ook de rest lozingen vanuit het rioolstelsel en rioolwaterzuiveringsinstallaties (25 procent) en atmosferische depositie (18 procent, exclusief depositie op de Noordzee) dragen bij. Via de lucht, bodem, het grondwater en rioolwater belanden deze indirecte bronnen in het oppervlaktewater. Waar de directe lozingen vanuit de industrie in 1990 nog voor ruim 8 procent bijdroegen aan de totale stikstofbelasting van het oppervlaktewater, was dat in 2018 nog 2 procent.
15,2 miljoen kilogram
Ook de hoeveelheid fosfaat lozingen in het oppervlaktewater zijn de afgelopen decennia sterk verminderd. In 2012 bedroeg de totale watergerelateerde emissie aan fosfor in Nederland 15,2 miljoen kilogram, waarvan 5 procent op het oppervlaktewater geloosd werd. De bedrijfstakken landbouw en chemische industrie lozen vooral fosfaat op het oppervlaktewater. Om de industriële emissies verder te beteugelen zijn er door de Europese Unie richtlijnen in het leven geroepen: de Industrial Emissions Directive (IED). De richtlijn is een wetgevingshandeling die de doelen voor alle EU-landen voorschrijft. Elk land hanteert zijn eigen wetten rond deze wetgeving.
Maar ondanks een significante reductie in de lozingen vanuit de industrie (98 procent) en communale zuiveringen (66 procent) heeft dit nog niet geleid tot de gewenste oppervlaktewaterkwaliteit. De reductie vanuit de landbouw (6 procent) is zeer beperkt gebleven en er zijn verdergaande maatregelen nodig om aan de Kaderrichtlijn Water-doelstellingen te kunnen voldoen. Wanneer er de komende jaren ingrijpende maatregelen worden uitgevoerd, blijkt uit een analyse dat in 2027 in circa 75 procent van de regionale waterlichamen wordt voldaan aan de norm voor nutriënten (stikstof óf fosfaat).
Slechtste jongetje van de klas
Desalniettemin lijkt Nederland dus te moeten vrezen voor boetes. Hetzij voor het niet behalen van de stikstof en fosfaat parameters, of door andere vervuilingen. Brussel legde in soortgelijke gevallen al dwangsommen op, zegt PBL-onderzoeker Van Gaalen tegen Argos. Voor het niet naleven van Europese vis richtlijnen ontving Frankrijk in 2005 een boete van 20 miljoen euro. "Nederland bungelt onderaan de Europese lijstjes. We hebben het beroerdste water van Europa. Dat komt door het intensieve gebruik van ons land. Elke vierkante meter wordt gebruikt", zegt Van Galen.
Voor de komende jaren zijn er hoop maatregelen bedacht en staan er verschillende in de planning om de waterkwaliteit te verbeteren. Maar volgens minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers zullen in 2027 niet overal de doelen van de Kaderrichtlijn Water worden gehaald. Harbers noemt het een stevige uitdaging. "Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen."
Hydrotech
Lozingen in het oppervlaktewater zijn gebonden aan strenge vergunningsprocedures. Onlangs werden de BREF-richtlijnen voor de voedingsmiddelen-, dranken- en zuivelindustrie nog aangescherpt. Desalniettemin dragen sommige industrieën nog bij aan de vervuiling van het oppervlaktewater door het lozen van fosfaat en stikstof. Hydrotech disc- en drumfilters verlagen het fosfaat- en stikstofgehalte in het afvalwater door zwevende stoffen te verwijderen en precipitatie van vrij fosfaat. Hierdoor bevat aet effluent minder fosfaat en stikstof. Zo helpt Hydrotech industrieën bij te dragen aan een algehele betere waterkwaliteit.